As of 18 August 2010, you must register to edit pages on Rodovid (except Rodovid Engine). |
Johan Roelofs van Ittersum * 1382 † 1464
Van Rodovid NL
CLAN: verzamelnaam voor 1 familie met diverse achternamen | Ittersum |
geslacht | man |
Volledige naam bij geboorte | Johan Roelofs van Ittersum |
Ouders
♂ Roelof Jacobs van Ittersum [Ittersum] * 1340 † > 1419 ♀ Margaretha van Tijbenkamp [Tijbenkamp] * 1329 |
Gebeurtenissen
1382 geboorte: Zwolle
Huwelijk: ♀ Agnes Kamferbeke [Kamferbeke] * 1406 † 1439
1420 geboorte van kind: Zwolle, ♂ Wolff van Ittersum tot Nijenhuis [Ittersum] * 1420 † 1485
1464 overlijden: Zwolle
Notities
Johan van Ittersum studeerde in 1398 in Keulen en in 1400 in Heidelberg. Hij werd licentiaat in het keizerlijke recht, dus een Romeinsrechtelijk geschoolde legist. Daar zijn vader in de woelige jaren 1413-1416 deel uitmaakte van de Zwolse stadsregering zal mr. Johan van Ittersum, die sedert 1407 in Zwolle woonde, de revolutionaire Lucienacht van 1416 van nabij hebben meegemaakt. Mogelijk adviseerde hij de Utrechtse bisschop-landsheer daarbij. Hij werd in elk geval vanaf 1417 diens raadsheer. Als zodanig was hij betrokken bij het Utrechtse schisma dat in 1423 ontstond rond de vacante Utrechtse bisschopszetel. Van Ittersum voerde in verband daarmee vanaf 1426 onderhandelingen met vertegenwoordigers van het Bourgondische machtscomplex.
In 1429 was Van Ittersum vijfeneenhalve week onderweg om te Utrecht en te Woerden een vredesverdrag tot stand te brengen tussen het Sticht en de hertog van Bourgondië. In het voorjaar van 1430 ontbood de Stichtse landsheer hem om te onderhandelen met 'geleerde luden' van de Bourgondische hertog. Toen het Utrechtse schisma in 1432 definitief geregeld werd ten gunste van kandidaat Rudolf van Diepholt, verbleef Van Ittersum opnieuw vier weken Utrecht en bedreef hij pendeldiplomatie tussen Deventer, Kampen en Utrecht.
Intussen was Johan van Ittersum, na het overlijden van zijn vader, in 1426 schepen van Zwolle geworden, als ware het een erfelijke waardigheid. Hij betrok nu het huis dat zijn vader naast het Bethlehemklooster had laten bouwen. Het is één van de oudst bewaard gebleven adellijke stadshuizen en thans bekend als het Karel V-huis (Sassenstraat 33). Het grote zaalgebouw is nog vrijwel intact en getuigt van de activiteiten van Van Ittersum als bouwheer. Overigens bezat hij alleen al in de stad Zwolle ten minste zes huizen. Verder bestonden zijn bezittingen uit meer dan honderd morgen land in Mastenbroek en erven en eigendommen in onder meer Oldeneel, Ittersum, Frankhuis en Herfte. Buiten het schoutambt Zwolle had hij nog bezittingen in Heino, Gramsbergen, Colmschate, Ruitenveen en Dalfsen.
Inmiddels bekleedde Johan van Ittersum de belangrijkste functie in het stadsbestuur namelijk die van kameraar. In zijn contacten met de stadsbesturen van Deventer en Kampen vallen naast de waterstaatkundige zaken vooral de financiële aangelegenheden op. Aan bisschop Rudolf van Diepholt leende Johan van Ittersum diverse keren grote sommen geld, ook toen Van Diepholt nog postulaat was. Vandaar dat deze hem benoemde tot rentmeester van Salland (1435-1446).
Kort hierna beëindigde Van Ittersum zijn rentmeesterschap en werd hij (circa zesenzestig jaar oud) weer schepen van Zwolle (1448-1462). Gedurende zijn tweede ambtsperiode beperkte hij de ongemakken van het reizen tot het uiterste. In 1448 vierde hij als kameraar de ingebruikneming van het nieuwe stadhuis mee. Als fungerend burgemeester ontving hij beroemde mensen bij zich thuis, zoals pater Jan Brugman en kardinaal Nicolaas van Kues.
van de grootouders tot en met de kleinkinderen